Recht op WW bij vrijwillig vertrek?

Maarten van Gelderen | 25 augustus 2016

Hoewel een werknemer volgens de WW verwijtbaar werkloos is als hij zelf ontslag neemt, is er vaak toch recht op WW bij gebruikmaking van een vrijwillige vertrekregeling.

Hoe dat kan? Volgens de rechter moet er bij de toets of het initiatief van het ontslag bij de werknemer lag gekeken worden naar de context en achtergrond van de betreffende situatie. Als er sprake is van een reorganisatie dan is dit een omstandigheid die geheel in de risicosfeer van de werkgever ligt. Een werknemer die vervolgens gebruik maakt van een door de werkgever opengestelde vrijwillige vertrekregeling (en die daarmee gedwongen ontslagen voorkomt), komt in principe in aanmerking voor WW.

Ook de beleidsregels van het UWV zijn op dit punt helder:

Wanneer een dienstbetrekking eindigt als gevolg van een bedrijfseconomische reden, zal UWV in alle gevallen er van uitgaan dat dit op initiatief van de werkgever gebeurt. Het vrijwillig gebruik maken van een vertrekregeling (bijvoorbeeld via een Sociaal Plan) wordt niet beschouwd als een einde van de dienstbetrekking op initiatief van de werknemer. Het initiatief voor de beëindiging van de dienstbetrekking ligt immers bij de werkgever. Er is in deze en soortgelijke situaties geen sprake van verwijtbare werkloosheid.

Maar een WW-aanvraag wordt door het UWV van geval tot geval beoordeeld. Er kunnen dus allerlei omstandigheden zijn die er mogelijk toch toe leiden dat het recht op WW in gevaar komt. Daarbij speelt ook de manier waarop het ontslag is vormgegeven (vaststellingsovereenkomst of niet) en de wijze waarop bepaalde afspraken zijn geformuleerd een belangrijke rol bij de vraag of er wel of geen beroep op de WW kan worden gedaan.

Neem gerust eens contact met ons op als u overweegt om van een (vrijwillige) vertrekregeling gebruik te maken.