Welke kosten mag een werkgever in mindering brengen op de transitievergoeding?

Maarten van Gelderen | 8 juli 2014

In een recent gepubliceerd conceptbesluit heeft minister Asscher aangegeven welke kosten een werkgever volgens hem in mindering zou mogen brengen op de transitievergoeding die per 1 juli 2015 in werking treedt.

Volgens de nieuwe ontslagregels mogen werkgevers namelijk onder bepaalde voorwaarden zowel transitiekosten als inzetbaarheidskosten in mindering brengen op een verschuldigde transitievergoeding.

Transitiekosten

Bij transitiekosten gaat het om kosten die een werkgever maakt in het zicht van een ontslagsituatie en die erop gericht zijn om werkloosheid van de werknemer te voorkomen of te bekorten. Hierbij moet u bijvoorbeeld denken aan de kosten voor outplacement, scholing of het in acht nemen van een langere opzegtermijn dan de opzegtermijn waarop de werknemer strikt genomen recht zou hebben.

Inzetbaarheidskosten

Bij inzetbaarheidskosten moet u denken aan kosten die al eerder tijdens de duur van het dienstverband zijn gemaakt (dus voordat er sprake was van dreigend ontslag) en die erop gericht zijn om de werknemer ‘breder inzetbaar te maken op de arbeidsmarkt’. Het kan dan bijvoorbeeld gaan over scholingskosten, maar niet om scholingskosten die in directe relatie staan tot de functie die de werknemer vervult. Als werkgever bent u namelijk verplicht om ervoor te zorgen dat uw personeel voldoende geschoold wordt om de eigen functie naar behoren te kunnen vervullen.

Maar als een werknemer een talencursus wil volgen terwijl uw bedrijf alleen zaken doet met Nederlandse relaties, zou u met de werknemer kunnen afspreken dat u deze cursus betaalt onder de voorwaarde dat deze kosten te zijner tijd in mindering strekken op een door u te betalen transitievergoeding.

Voorwaarden voor het in mindering brengen van transitie- en inzetbaarheidskosten

Volgens het conceptbesluit, dat in het najaar een definitieve status moet krijgen, moet er wel voldaan zijn aan een aantal voorwaarden voordat u deze transitie- of inzetbaarheidskosten in mindering mag brengen op een door u te betalen transitievergoeding.

1. In de eerste plaats is het de bedoeling dat deze kosten alleen in mindering mogen worden gebracht op een transitievergoeding als u over de aftrekbaarheid van specifieke kosten overeenstemming heeft bereikt met de werknemer. Het ligt dus voor de hand om hierover met de werknemer een (studie)overeenkomst te sluiten en daarin expliciet te vermelden dat de betreffende kosten in mindering strekken op een toekomstige transitievergoeding.

2. Verder moet het gaan om kosten die door de werkgever gemaakt zijn die ook de transitievergoeding moet betalen. In een situatie van opvolgend werkgeverschap kunt u dus niet de eventuele inzetbaarheidskosten aftrekken van de vorige werkgever.

3. Het mag bij zowel de transitiekosten als bij de inzetbaarheidskosten alleen gaan om de ‘harde kosten’ en bijvoorbeeld niet de loonkosten die gemoeid zijn met het volgen van de opleiding of cursus tijdens werktijd.

4. De kosten mogen niet buitensporig hoog zijn.

5. Alleen inzetbaarheidskosten die gemaakt zijn in de vijf jaar voorafgaand aan het moment waarop de transitievergoeding verschuldigd is, zijn in principe aftrekbaar. Toch mogen werkgever en werknemer samen afspreken dat ook kosten die langer geleden gemaakt zijn verrekend kunnen worden.

6. Transitiekosten  die bestaan uit het in acht nemen van een langere opzegtermijn door de werkgever zijn alleen aftrekbaar als de werknemer gedurende deze termijn is vrijgesteld van werkzaamheden.

Met dit conceptbesluit is in elk geval meer duidelijk geworden over de verschillende kosten die een werkgever in mindering mag brengen op de transitievergoeding (als dit conceptbesluit over enkele maanden een definitieve status krijgt).

De belangrijkste voorwaarde is het bestaan van overeenstemming tussen werkgever en werknemer over de aftrekbaarheid van ten behoeve van de werknemer gemaakte kosten. Zorg als werkgever dus dat u bij het maken van inzetbaarheids- of transitiekosten helder en schriftelijk vastlegt dat deze kosten in mindering zullen strekken op een door u eventueel in de toekomst te betalen transitievergoeding.