Overgang van onderneming, wanneer is daar sprake van?

Om de rechten van werknemers bij de verkoop, fusie of splitsing van een onderneming te beschermen is een speciale wettelijke regeling in het leven geroepen: de regeling rondom de overgang van een onderneming.

De kern van deze regeling bepaalt dat alle rechten en verplichtingen uit de arbeidsovereenkomsten van de werknemers die overgaan behouden blijven en automatisch meegaan naar de nieuwe werkgever.

Overgang van onderneming, wanneer is daar sprake van?

Dat is soms nog niet zo eenvoudig te bepalen. Als er sprake is van een verkoop van alle ondernemingsactiviteiten (denk aan het bedrijfspand, inventaris, klanten, bedrijfsnaam, goodwill, merken etc.) dan is er duidelijk sprake van een overgang van onderneming.

Maar het wordt al lastiger als er slechts bepaalde onderdelen van de onderneming worden verkocht of als er geen sprake is van een verkoop, maar van het verpachten van een onderneming. Soms is er zelfs helemaal geen schriftelijke overeenkomst tussen twee partijen, maar wordt een opdracht ingetrokken bij bedrijf A om deze opdracht vervolgens te gunnen aan bedrijf B. Is er dan ook sprake van een overgang van onderneming?

Over de vraag of er in een bepaalde situatie sprake is van een overgang van onderneming zijn boeken vol geschreven en zijn er vele rechterlijke uitspraken gewezen. Hoewel het lastig is te bepalen, kunnen de volgende vuistregels helpen om te bepalen of er in een bepaalde situatie sprake is (of zou kunnen zijn) van een overgang van onderneming:

  1. Houd er om te beginnen rekening mee dat de begrippen ‘overgang’ en ‘onderneming’ door rechters in het algemeen ruim worden uitgelegd, juist om daarmee recht te doen aan de beschermingsgedachte van de regeling.
  2. Aan een overgang van onderneming zal vaak een schriftelijke overeenkomst tussen twee ondernemingen ten grondslag liggen, maar dat hoeft niet. Rechters hebben ook al eens geoordeeld dat het tijdelijk stilleggen van een onderneming om na enige tijd weer door te starten ook gezien moet worden als een overgang van onderneming. Ook het intrekken van een subsidie of een concessie om die vervolgens aan een andere partij te verstrekken of te verlenen kan onder omstandigheden beschouwd worden als een overgang van onderneming.
  3. Er kan alleen sprake zijn van een overgang van onderneming als het gaat om de overgang van een economische eenheid die haar identiteit behoudt. Het gaat er dus om dat er een economische activiteit moet worden overgedragen. Ook dit begrip wordt ruim uitgelegd. Het kan bijvoorbeeld gaan om een onderdeel van een onderneming zoals de catering van een bank, de schoonmaakploeg van een ziekenhuis of het transportonderdeel van een fabrikant.
  4. In sectoren waarin arbeidskrachten de belangrijkste factor zijn (zoals bijvoorbeeld in de schoonmaaksector, de ICT of het onderwijs) geldt dat er geen sprake is van een overgang van onderneming als alleen de activiteit wordt overgedragen en het personeel, of een belangrijk deel hiervan, niet. Andersom geldt in kapitaalintensieve sectoren (zoals bijvoorbeeld een busmaatschappij) dat er geen sprake is van een overgang van onderneming als er geen belangrijke materiële activa worden overgenomen.

Bij een aandelentransactie is er geen sprake van een overgang van onderneming. De werknemers blijven in dat geval namelijk in dienst bij dezelfde vennootschap. Alleen de identiteit van de aandeelhouder(s) wijzigt. In deze situatie verandert er dus (ook) niets aan de arbeidsvoorwaarden van de werknemers.

Tip!

Bestel het boekje “Bedrijfseconomisch ontslag, overgang van onderneming en opvolgend werkgeverschap”. In dit zeer praktische boekje wordt stap voor stap uitgelegd welke regels er gelden rondom bedrijfseconomisch ontslag. Voor meer informatie of om dit boekje direct te bestellen klik je hier.