Functieontheffing directeur

De directeur van een stichting zat al een aantal maanden ziek thuis in verband met burn-out klachten. Het bestuur van de stichting had een interim-manager ingehuurd om de taken van de directeur gedurende zijn ziekte waar te nemen.

Het bestuur van de stichting constateerde dat de interim-manager een geheel andere aanpak had met betrekking tot de invulling van de positie van directeur, dan de directeur die ziek thuis zat.

Geen terugkeer na herstel

Deze nieuwe aanpak beviel het bestuur wel en besloten werd om de nieuwe directeur na zijn herstel niet meer terug te laten keren als directeur. De directeur werd uit zijn functie ontheven en de opdracht van de interim-manager werd voor onbepaalde tijd verlengd.

De directeur die ziek thuis zat, was het absoluut niet eens met de functieontheffing en schakelde een advocaat in om zijn functie terug te eisen. Deze advocaat sommeerde het bestuur per brief om de functieontheffing ongedaan te maken bij gebreke waarvan hij dreigde met een kort geding.

Na ontvangst van deze sommatiebrief schakelde het bestuur eveneens een advocaat in. Deze advocaat adviseerde het bestuur om met de directeur een mediationtraject in te gaan, om te bezien of het gerezen arbeidsconflict in der minne kon worden opgelost. De directeur toonde zich bereid om aan dit mediationtraject mee te werken.

Bestuur heeft meer vertrouwen in interim-manager

Tijdens de eerste mediationsessie legde het bestuur van de stichting aan de directeur uit waarom zij meer vertrouwen had in de aanpak van de interim-manager dan in zijn aanpak. De directeur begreep waarom de voorkeur uitging naar deze nieuwe aanpak, maar meende dat hij, zodra hij hersteld zou zijn, de kans zou moeten krijgen om deze andere aanpak zelf toe te passen.

Mede gelet op zijn uitstekende staat van dienst vond het bestuur van de stichting uiteindelijk ook dat de directeur deze kans moest krijgen. Vervolgens werd afgesproken dat de interim-manager, zolang de directeur nog arbeidsongeschikt zou zijn, zijn positie zou waarnemen. Na herstel van de directeur zou hij vier maanden de tijd krijgen om te bewijzen dat hij zich de nieuwe aanpak eigen kon maken.

Voor het geval dat het bestuur na vier maanden mocht oordelen dat de directeur hier onvoldoende in zou zijn geslaagd, werd tijdens het mediationtraject op voorhand alvast een afvloeiingsregeling afgesproken.

Directeur hanteert nieuwe aanpak

Uiteindelijk bleek de directeur zeer goed in staat om de nieuwe aanpak toe te passen. Dankzij deze nieuwe aanpak bleek de werkdruk voor de directeur bovendien afgenomen, waardoor het risico op een herhaalde uitval wegens burn-out klachten aanmerkelijk werd verkleind. Het bestuur was zeer tevreden over de wijze waarop de directeur zijn positie is gaan vervullen.

Van de afvloeiingsregeling is dan ook geen gebruik gemaakt. Inmiddels is er al geruime tijd verstreken en is de directeur nog steeds naar volle en wederzijdse tevredenheid werkzaam voor de stichting.