Advocaat-Generaal bij Hoge Raad: werkgever moet einde maken aan slapend dienstverband

Maarten van Gelderen | 18 september 2019

Volgens het vandaag gepubliceerde advies van de advocaat-generaal bij de Hoge Raad is een werkgever in principe verplicht om op verzoek van een langdurig zieke werknemer mee te werken aan een beëindiging van het dienstverband onder toekenning van een transitievergoeding.

Op deze hoofdregel gelden volgens de advocaat-generaal wel een viertal uitzonderingen.

  1. Het bestaan van reële re-integratiemogelijkheden voor de werknemer.
  2. Financiële problemen van de werkgever bij het voorfinancieren van de transitievergoeding tot het moment waarop de compensatieregeling voor werkgevers in werking treedt (1 april 2020).
  3. Het niet (geheel of gedeeltelijk) gecompenseerd zullen krijgen van de transitievergoeding.
  4. Mogelijke andere belangen van de werkgever om het dienstverband in stand te houden (anders dan de enkele wens om de transitievergoeding niet te hoeven betalen).

Als de Hoge Raad dit advies binnenkort overneemt (dat gebeurt vrij vaak, maar niet altijd), zou hiermee grotendeels de problematiek van de slapende dienstverbanden opgelost kunnen worden.

In een beperkt aantal zaken zal een werkgever zich kunnen beroepen op een van de hierboven genoemde uitzonderingen. Met name uitzondering 3 en 4 zijn vrij ruim geformuleerd en zullen in de (lagere) rechtspraak uitgekristalliseerd moeten worden. In elk geval zal een werkgever een goede reden moeten hebben om niet in te gaan op het verzoek van de werknemer om het ontslag met wederzijds goedvinden en onder uitbetaling van een transitievergoeding te regelen.