Arbodienst aansprakelijk voor foute advisering bedrijfsarts

Maarten van Gelderen | 4 maart 2015

De rechtbank Noord–Nederland heeft onlangs bepaald dat een arbodienst aansprakelijk is voor de extra loonkosten die een werkgever moest maken vanwege een door het UWV opgelegde loonsanctie. Deze aansprakelijkheid was het gevolg van het feit dat de bedrijfsarts verkeerd geadviseerd had met betrekking tot de re-integratie van een arbeidsongeschikte werknemer.

Het betrof een werknemer die zich op enig moment ziek gemeld had met knie– en beenklachten. Hoewel het voor de bedrijfsarts duidelijk had moeten zijn dat er in het kader van de re-integratie ingezet zou moeten worden op kniesparende en niet zwaar rug belastende arbeid, adviseerde de bedrijfsarts re-integratie in de eigen functie, terwijl die arbeid aanzienlijke belasting van de knie– en enkelgewrichten met zich meebracht.

Loonsanctie door UWV

Na twee jaar arbeidsongeschiktheid kwam het UWV dan ook tot de conclusie dat de werkgever niet voldaan had aan haar re-integratieverplichtingen en werd de werkgever geconfronteerd met een loonsanctie. Daarop stelde de werkgever de arbodienst aansprakelijk en eiste de werkgever dat de arbodienst de extra gemaakte loonkosten vanwege wanprestatie zou vergoeden. De rechter geeft aan dat allereerst beoordeeld moet worden of de bedrijfsarts gehandeld heeft met de zorgvuldigheid die van redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot mag worden verwacht. Dit is in de praktijk de norm die rechters in het algemeen hanteren om te bepalen of er sprake is van beroepsaansprakelijkheid.

Arbodienst: geen aansprakelijkheid, wel verschil van inzicht

Volgens de arbodienst was er van wanprestatie geen sprake, hooguit zou gesproken kunnen worden van het verschil van inzicht tussen de bedrijfsarts en de verzekeringsarts van het UWV. De kantonrechter wijst deze argumentatie van de hand. Volgens de rechter schakelt een werkgever nu juist een arbodienst in vanwege de specialistische kennis die nodig is om een zieke werknemer zo succesvol mogelijk te laten re-integreren. Een werkgever mag er hierbij vanuit gaan dat de bedrijfsarts bij zijn advisering rekening houdt met de beoordeling die het UWV achteraf maakt.

Volgens de rechter blijkt uit de beslissing van het UWV glashelder dat in het re-integratietraject ten onrechte niet is ingezet op rug– en kniebesparende werkzaamheden terwijl vrij snel na de ziekmelding duidelijk had kunnen zijn dat de werknemer niet zou kunnen hervatten in zijn eigen werkzaamheden. Dat het UWV de loondoorbetalingsverplichting aan de werkgever heeft opgelegd vanwege het verrichten van onvoldoende re-integratie van is daarom in redelijkheid toe te rekenen aan het tekortschieten van de arbodienst, aldus de rechter.

Omdat er in deze procedure nog een discussie bestond over de exacte omvang van de door de werkgever geleden schade, bepaalde de rechter dat de werkgever zich hierover nader zou mogen uitlaten. Deze uitspraak maakt in elk geval duidelijk dat een arbodienst onder omstandigheden verplicht kan worden de (loon)schade te vergoeden die een werkgever lijdt ten gevolge van de onjuiste advisering van een bedrijfsarts.