Gemiddelde ontslagkosten werkgever bedragen € 24.000 [video]
Maarten van Gelderen | 12 juni 2017
Onlangs publiceerde SEO Economisch Onderzoek in opdracht van het ministerie van Economische Zaken een rapport over de kosten van werkgevers bij een ontslag met wederzijds goedvinden.
In de onderzoeksperiode 2015-2016 bedroegen deze kosten volgens het rapport voor een werkgever gemiddeld € 24.000. In vergelijking met de periode 2011-2012 (dus voordat de Wet werk en zekerheid werd ingevoerd) zijn deze kosten nauwelijks veranderd. Hoe kan dat? De relatieve dure kantonrechtersformule is in die periode toch vervangen door de veel goedkopere transitievergoeding?
Verschillende soorten ontslagkosten
Om deze vraag te beantwoorden moeten we kijken naar de verschillende soorten ontslagkosten waar een werkgever mee te maken krijgt als hij besluit om aan te sturen op het een ontslag van een werknemer en met hem een beëindigingsovereenkomst sluit. In dat geval wordt een werkgever vaak geconfronteerde met de navolgende kosten:
- tijdsbestedingskosten
- kosten van de ontslagvergoeding
- kosten voor juridische ondersteuning of advies
- improductiviteitskosten (werknemer wordt doorbetaald zonder dat hij hiervoor werk hoeft te verrichten)
Als we de periodes 2011-2012 en 2015-2016 met elkaar vergelijken dan valt op dat alleen de kosten van de ontslagvergoeding gemiddeld genomen zijn gedaald van € 15.164 naar € 12.171. Aan de andere kant wordt deze daling van de ontslagkosten teniet gedaan door een stijging van de juridische kosten (van € 1.501 naar € 1.773), de tijdsbestedingskosten (van € 2.072 naar € 2.997) en de improductiviteitskosten (van € 4.168 naar € 6.840).
Ontslagvergoeding lager, kosten voor vrijstelling van werk hoger
Wat opvalt is dat het totaalbedrag dat gemiddeld genomen aan de werknemer moet worden betaald (ontslagvergoeding + loon gedurende een periode van vrijstelling van werk) in de vergeleken periodes nauwelijks is gewijzigd (€ 19.332 ten opzichte van € 19.011). Je zou dus kunnen zeggen dat het nieuwe ontslagrecht er weliswaar voor gezorgd heeft dat de “kale” ontslagvergoeding gemiddeld genomen gedaald is, maar dat werkgevers daarentegen flink meer geld kwijt zijn aan het langer doorbetalen van de werknemer vanaf het moment dat de beëindigingsovereenkomst ondertekend is tot aan het daadwerkelijke moment van ontslag.
Aandeel ontslag met wederzijds goedvinden neemt toe
Verder blijkt uit het onderzoek dat het aandeel van ontslag met wederzijds goedvinden in het totaal aantal ontslagen is toegenomen van 61% (2011-2012) naar 70% (2015-2016). De aanleiding voor een ontslag met wederzijds goedvinden is vaak gelegen in de persoon van de werknemer (60%). Andere door werkgevers genoemde redenen zijn bedrijfseconomisch ontslag (29%), langdurige ziekte (9%) en verschil van inzicht (2%).