Ontslagrechtspraak 2016: 35% van ontslagaanvragen wordt afgewezen
Maarten van Gelderen | 28 december 2016
Uit meer dan 450 gepubliceerde ontslaguitspraken over 2016 blijkt dat het voor een werkgever nog steeds niet eenvoudig is om een werknemer te ontslaan. Iets meer dan een derde van alle ontslagaanvragen wordt afgewezen zo blijkt uit een onderzoek van Van Gelderen Arbeidsrechtadvocaten.
Grote verschillen per ontslaggrond
Uit dit onderzoek valt ook op te maken dat de verschillen per ontslaggrond behoorlijk groot zijn. Zo wordt iets meer dan de helft van alle ontslagaanvragen wegens disfunctioneren afgewezen terwijl een ontslagaanvraag op basis van een verstoorde arbeidsverhouding in 85% van de gevallen leidt tot een beëindiging van de arbeidsrelatie.
Er past overigens wel enige nuance bij deze cijfers. Het onderzoek van Van Gelderen Arbeidsrechtadvocaten is gebaseerd op alle gepubliceerde ontslaguitspraken. Dat aantal (ruim 450 tot en met medio december 2016) is weer een deel van alle ontslaguitspraken. Maar het aantal onderzochte uitspraken is weer zo groot dat de uitkomst representatief mag worden geacht voor de stand van het ontslagrecht in 2016.
UWV en kantonrechter denken verschillend over bedrijfseconomisch ontslag
Een van de opvallendste conclusies uit het rechtspraakoverzicht heeft betrekking op bedrijfseconomisch ontslag, de zogenaamde a-grond. Dergelijke ontslagaanvragen moeten in eerste instantie door het UWV beoordeeld worden, maar het nieuwe ontslagrecht biedt de mogelijkheid om tegen een beslissing van het UWV ‘in beroep’ te gaan bij de kantonrechter.
De cijfers van het ontslagrechtonderzoek laten zien dat in 40% van de gevallen waarbij de kantonrechter gevraagd is om het ontslagdossier van het UWV opnieuw te beoordelen, de kantonrechter tot een ander oordeel komt. Dat is een opmerkelijke conclusie zeker als je bedenkt dat het UWV en de kantonrechter aan de hand van exact dezelfde regels moeten oordelen of een bedrijfseconomische ontslagaanvraag terecht is ingediend.
Ontslag op staande voet te snel ingezet
Verder blijkt uit de analyse van de ontslagrechtspraak dat kantonrechters in het afgelopen jaar tot de conclusie kwamen dat maar liefst 2/3 van alle ontslagen op staande voet onterecht gegeven was. Dit cijfer laat zien dat werkgevers in het algemeen te snel geneigd zijn om over te gaan tot ontslag op staande voet terwijl rechters duidelijk van mening zijn dat deze vorm van ontslag alleen is toegestaan voor zeer uitzonderlijke situaties.
Billijke vergoeding relatief laag
Een werkgever die zich ernstig verwijtbaar gedraagt loopt het risico om bovenop de transitievergoeding aan de werknemer een billijke vergoeding te moeten betalen. Dat was in 2016 in ongeveer 15% van de gepubliceerde uitspraken het geval.
Los van het feit dat een billijke vergoeding dus relatief vaak werd toegekend, blijkt uit het onderzoek dat de gemiddelde billijke vergoeding slechts € 21.000 bedraagt. Dat lijkt een beperkte vergoeding als je bedenkt dat de werkgever in die situatie zijn boekje ver te buiten gegaan moet zijn.
Ontslag en hoger beroep
Ook wordt uit het onderzoek duidelijk dat het instellen van hoger beroep in een ontslagzaak in het algemeen zeker niet kansloos is. In ongeveer 1/3 van de gevallen oordeelt het gerechtshof anders dan de kantonrechter over een ontslagzaak.
Bekijk de speciale editie van het HR Journaal
Op dinsdag 20 december 2016 presenteerde ik een speciale editie van het HR Journaal dat geheel in het teken stond van het ontslagrechtonderzoek 2016 en de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van het ontslagrecht. Je kunt deze aflevering van het HR Journaal hier terugkijken.
Tijdens dit HR Journaal interviewde ik hoogleraar arbeidsrecht Ruben Houweling. Dit interview kun je ook bekijken via ons YouTube-kanaal. De belangrijkste conclusies en cijfers van ons onderzoek kun je hier downloaden.