Regering bevestigt dat ontslagrecht minder soepel wordt

Maarten van Gelderen | 29 mei 2014

Goed, een expliciete bevestiging is het misschien niet. Maar de antwoorden van minister Asscher op vragen van de Vereniging Arbeidsrecht Advocaten Nederland (VAAN) die in de Eerste Kamer aan de orde zijn gesteld, laten aan duidelijkheid weinig te wensen over.

De VAAN heeft op 12 mei jl. een kritische notitie opgesteld en die toegezonden aan de Eerste Kamer in de hoop en verwachting dat de kritische vragen en opmerkingen rond het wetsvoorstel Wet werk en zekerheid (WWZ) via de Eerste Kamer aan minister Asscher zouden worden voorgelegd. Aldus geschiedde.

Minister Asscher werd door de Eerste Kamer “gedwongen” om concreet op deze notitie in te gaan. Hoewel uit de onderkoelde toonzetting van de antwoorden het beeld oprijst van een minister die weinig op heeft met “betweterige” advocaten en hoogleraren, laten de antwoorden zien dat de arbeidsrechtpraktijk (lees: advocaten) enerzijds en de  politiek (lees: de regering) anderzijds heel anders aankijken tegen de ophanden zijnde nieuwe flex- en ontslagregels.

Kantonrechter niet langer smeermiddel van het ontslagrecht

Op één punt lijken partijen het wel eens te zijn: het nieuwe ontslagrecht leidt bepaald niet tot de versoepeling waarop veel werkgevers gehoopt hadden. De VAAN wijst in haar notitie op het feit dat de huidige ontslagprocedure bij de kantonrechter vaak werkt als een soort smeermiddel. Het ontslagdossier van een werkgever is vaak niet (helemaal) op orde, maar de rechter wijst het ontslagverzoek toch toe en compenseert de werknemer met een (bovengemiddelde) ontslagvergoeding.

Volgens VAAN is dit straks volgens de nieuwe ontslagregels niet meer mogelijk. De kantonrechter moet in het nieuwe ontslagsysteem namelijk strikt controleren of aan alle ontslagvoorwaarden voldaan is. Zo niet, moet hij het ontslagverzoek afwijzen. De rechter heeft geen ruimte meer voor een praktische oplossing door de werknemer te compenseren met een hogere vergoeding.

Op de vraag van de VAAN aan minister Asscher of hij alsnog een “ontsnappingsclausule” in de wet op te nemen om te voorkomen dat het nieuwe ontslagsysteem tot gevolg zal hebben dan (veel) meer ontslagverzoeken van werkgevers worden afgewezen, reageert de minister negatief.

Het volledige antwoord van minister Asscher treft u hieronder (in geel gearceerd) aan:

reactie-minister-Asscher

De minister heeft natuurlijk een punt als hij aangeeft dat de essentie van het ontslagrecht uitgaat van de gedachte dat een werknemer beschermd wordt tegen ontslag zonder redelijke grond. In de praktijk is het echter vaak niet zo zwart-wit als de minister wil doen geloven.

Zo komt het regelmatig voor dat een werkgever bijvoorbeeld wel duidelijk kan maken dat er sprake is van langdurig onvoldoende functioneren van een werknemer, maar hij (de werkgever) gelijktijdig het ontslagdossier niet volledig op orde heeft. Inmiddels is de arbeidsverhouding behoorlijk vertroebeld en kan de kantonrechter in het huidige systeem besluiten om de arbeidsverhouding te ontbinden en de werknemer financieel te compenseren.

Volgens de nieuwe ontslagregels, zo bevestigt minister Asscher in zijn antwoord, zal de rechter in die situatie niet tot ontbinding kunnen overgaan en blijven werknemer en werkgever dus (soms tegen beter weten in) aan elkaar verbonden. Het is de vraag of de regering zich dit wel voldoende gerealiseerd heeft.