Hoe verloopt de ontslagprocedure bij het UWV?
Een ontslagaanvraag op grond van een bedrijfseconomische reden of vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid moet schriftelijk bij het UWV worden ingediend.
De ontslagprocedure bij het UWV verloopt volledig schriftelijk en vangt aan met een ontslagaanvraag. Met deze aanvraag verzoekt de werkgever het UWV om toestemming om van een of meer werknemers de arbeidsovereenkomst op te zeggen. Deze toestemming wordt in de praktijk ook vaak aangeduid met “ontslagvergunning”.
De werkgever is verplicht om bij de ontslagprocedure van het UWV gebruik te maken van een aantal speciale formulieren. Bij een bedrijfseconomische ontslagaanvraag gaat het om drie formuleren (A, B en C). Deze formulieren kunt u via de website www.werk.nl downloaden:
- formulier A. In dit formulier moeten de bedrijfsgegevens van de werkgever worden ingevuld.
- formulier B. Dit formulier heeft betrekking op de gegevens van de werknemer. Ook wordt in dit formulier gevraagd naar het eventuele bestaan van een opzegverbod.
- formulier C. In dit derde en meest uitgebreide formulier moet de werkgever een toelichting geven op de bedrijfseconomische reden. Ook wordt in dit formulier gevraagd naar de toepassing van het afspiegelingsbeginsel.
Deze formulieren moeten door de werkgever volledig ingevuld en voorzien van enkele bijlagen worden ingediend bij de afdeling Arbeidsjuridische dienstverlening (AJD) van het UWV Werkbedrijf binnen de regio waar de werknemer zijn werkzaamheden verricht (heeft). Indiening kan digitaal door de formulieren te uploaden via een werkgeversportal, maar kan ook gewoon per post of fax plaatsvinden.
De gehele procedure neemt ongeveer vier weken in beslag vanaf het moment dat de ontslagaanvraag van de werkgever door het UWV compleet gevonden wordt.
Werknemer krijgt twee weken om te reageren op ontslagaanvraag
Na ontvangst van de ontslagaanvraag zal het UWV eerst controleren of de aanvraag compleet is. Soms wil het UWV nog aanvullende stukken ontvangen of zijn er nog vragen. De werkgever krijgt dan acht dagen de tijd om de gevraagde informatie alsnog aan te leveren.
De complete ontslagaanvraag inclusief alle bijlagen wordt vervolgens door het UWV aan de werknemer gestuurd met het verzoek om binnen twee weken schriftelijk te reageren. De werknemer kan dit doen in de vorm van een brief, maar meestal wordt hij daarin geadviseerd door een advocaat of jurist.
Ontslagprocedure bij het UWV: tweede of derde ronde?
Als de reactie van de werknemer ontvangen is, bepaalt het UWV of er nog een tweede (en heel soms een derde) ronde moet plaatsvinden. In dat geval krijgen de werkgever en de werknemer beiden nogmaals de gelegenheid om schriftelijk op elkaars standpunten te reageren. De reactietermijn in een eventuele tweede ronde bedraagt zeven dagen. Een tweede (en in zeer uitzonderlijke gevallen derde) ronde zal alleen plaatsvinden bij complexe zaken en zaken waarbij de werknemer uitvoerig (en relevant) verweer voert.
Ontslagadviescommissie
Het UWV kan na deze ronde(n) besluiten om de ontslagadviescommissie (oac) om advies te vragen. Dit zal alleen in uitzonderlijke situaties gebeuren. Deze ontslagadviescommissie bestaat uit een werkgeversvertegenwoordiger en een werknemersvertegenwoordiger. De ontslagadviescommissie brengt vervolgens intern een advies uit aan het UWV en adviseert het UWV Werkbedrijf om de gevraagde ontslagtoestemming te verlenen of juist af te wijzen. Hoewel het UWV het advies van deze commissie vrijwel altijd opvolgt, mag het UWV uiteindelijk zelfstandig beslissen of werkgever wel of geen ontslagtoestemming krijgt.
UWV controleert of er sprake is van een opzegverbod
In sommige gevallen is er sprake van een opzegverbod. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een zieke of zwangere werknemer. In dat geval kan de werkgever de arbeidsovereenkomst (vrijwel altijd) niet opzeggen. Het UWV controleert aan de hand van formulier B of er sprake is van een opzegverbod. Als dit het geval is, wordt de ontslagaanvraag afgewezen.
De beslissing van het UWV Werkbedrijf: ontslagtoestemming of niet?
De beslissing van het UWV wordt schriftelijk en gelijktijdig aan de werknemer en de werkgever gezonden. In deze beslissing staat vermeld of de werkgever wel of geen ontslagtoestemming krijgt en waarom. Een afgegeven ontslagvergunning heeft een geldigheidsduur van vier weken.
Dat wil zeggen dat de werkgever binnen vier weken na afgifte van de ontslagvergunning de arbeidsovereenkomst met de werknemer moet opzeggen. De proceduretijd mag hierbij op de opzegtermijn in mindering worden gebracht. Pas aan het einde van deze opzegtermijn eindigt het dienstverband en is de werknemer definitief ontslagen. Als het UWV de werkgever geen toestemming geeft om de arbeidsovereenkomst op te zeggen, zal de arbeidsovereenkomst normaal blijven bestaan.
Hoger beroep tegen beslissing van UWV
De werknemer van wie de arbeidsovereenkomst met toestemming van het UWV is opgezegd, kan binnen twee maanden na het einde van zijn arbeidsovereenkomst een verzoek bij de kantonrechter indienen gericht op het herstel van de arbeidsovereenkomst of gericht op de toekenning van een billijke vergoeding.
Als de gevraagde ontslagtoestemming door het UWV niet verleend wordt, kan de werkgever binnen twee maanden na deze weigering, vragen om de arbeidsovereenkomst alsnog te ontbinden. De rechter zal daarbij echter aan dezelfde regels en wettelijke bepalingen gebonden zijn als het UWV Werkbedrijf.
Transitievergoeding
Het UWV doet geen uitspraak over de vraag of de werkgever aan de werknemer een transitievergoeding moet uitbetalen. Deze wettelijke transitievergoeding is in de meeste gevallen wel verschuldigd en zal door de werkgever op grond van de wettelijke regels aan de werknemer moeten worden uitgekeerd.
Het is gebruikelijk dat zowel de werknemer als de werkgever zich in het kader van de ontslagprocedure bij het UWV juridisch laat adviseren en ondersteunen. Van Gelderen Arbeidsrechtadvocaten heeft zeer veel ervaring met deze ontslagprocedure. Neem voor vragen over deze procedure vrijblijvend contact met ons op.