Verschil tussen ontslag wegens verwijtbaar handelen en ontslag op staande voet
Een gedraging die zo ernstig is dat ontslag op staande voet gerechtvaardigd is, is uiteraard ook ernstig genoeg om de rechter te verzoeken het arbeidscontract met de werknemer wegens verwijtbaar handelen te ontbinden.
Andersom hoeft dit niet het geval te zijn. Met andere woorden: een gedraging van een werknemer kan voldoende zijn voor een ontslag wegens verwijtbaar handelen, maar hoeft niet zo ernstig te zijn dat ook ontslag op staande voet gerechtvaardigd was.
Het is soms lastig te bepalen of een gedraging zo ernstig is dat een werkgever kan besluiten tot ontslag op staande voet of dat hij toch moet kiezen voor een normale ontslagprocedure (gebaseerd op verwijtbaar gedrag).
Als vuistregel geldt dat ontslag op staande voet alleen is toegestaan voor de zwaarste categorie verwijtbare gedragingen. Bekende voorbeelden zijn diefstal, verduistering of ernstige bedreiging van collega’s of leidinggevenden. Daarnaast gelden er voor ontslag op staande voet nog een aantal bijkomende voorwaarden en levert deze vorm van ontslag niet zelden een reeks aan procedures op.
Voor een werkgever geldt in feite de regel: kies bij twijfel niet voor een ontslag op staande voet. Als u als werkgever of werknemer te maken heeft met een ontslagsituatie waarbij (vermeende) verwijtbare gedragingen een rol spelen, is het raadzaam om zo spoedig mogelijk juridisch advies in te winnen.