Recht op transitievergoeding bij ontslag met wederzijds goedvinden?
Een werknemer heeft bij ontslag met wederzijds goedvinden niet automatisch recht op een transitievergoeding al vormt deze vergoeding in de praktijk wel vaak de ondergrens.
Als een werkgever en werknemer afspraken maken over een ontslag met wederzijds goedvinden hoeft de transitievergoeding in de vaststellingsovereenkomst geen rol te spelen. Omdat het gaat om een gezamenlijke regeling mogen partijen zelf afspreken wat zij willen: geen ontslagvergoeding, een hoge ontslagvergoeding of een ontslagvergoeding die gelijk is aan de transitievergoeding.
In de praktijk zal de transitievergoeding in veel gevallen natuurlijk wel een rol spelen omdat de gemiddelde werknemer niet snel zal instemmen met een beëindigingsovereenkomst als hij in het kader van die overeenkomst niet minimaal aanspraak kan maken op een vergoeding die gelijk is aan de transitievergoeding. Alleen als de werknemer ernstig verwijtbaar gehandeld heeft of min of meer zelf het initiatief genomen heeft om te komen tot een beëindigingsovereenkomst, valt te verwachten dat de werknemer genoegen neemt met minder.
Daarnaast zijn er natuurlijk tal van situaties denkbaar waarbij in de beëindigingsovereenkomst geen ontslagvergoeding wordt opgenomen, maar waarin afgesproken is dat de werknemer bijvoorbeeld aanspraak kan maken op outplacement of de werknemer nog een aantal maanden op de loonlijst blijft staan (in combinatie met een vrijstelling van werkzaamheden).
Als u vragen heeft over een vaststellingsovereenkomst of als u deze voor een juridische controle aan ons wilt voorleggen, neem dan vrijblijvend contact met ons op.