Instructierecht, kledingvoorschriften en vrijheid van godsdienst

Een vaak gevoelig onderwerp is de vraag of je als werkgever van je werknemers mag verlangen dat zij zich niet zichtbaar religieus kleden. Bij dit soort zaken gaat het om twee rechten die met elkaar lijken te botsen.

Bij dit soort zaken gaat het om twee rechten die met elkaar lijken te botsen. Aan de ene kant heeft de werkgever een wettelijk instructierecht dat ook betrekking heeft op kledingvoorschriften. Aan de andere kant is er het grondwettelijke recht op vrijheid van godsdienst.

Over dit onderwerp hebben meerdere rechters hun hoofd gebogen en een vaste lijn is in deze rechtspraak helaas niet te ontdekken. Toch zijn er wel enkele handvatten waarmee je rekening kunt houden als je met een dergelijke situatie te maken hebt.

Objectieve rechtvaardigingsgrond

Een rechter zal per geval beoordelen of de werkgever in kwestie een ‘objectieve rechtvaardigingsgrond’ heeft om een verbod op religieuze kleding(stukken) uit te vaardigen. De rechter zal dus allereerst beoordelen of de werkgever een goede reden heeft om een bepaald kledingverbod uit te vaardigen. Voor een rechtvaardigingsgrond kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het realiseren van een professionele of neutrale uitstraling. Soms kunnen bepaalde veiligheids- of hygiënevoorschriften aanleiding zijn voor een specifiek kledingverbod.

Rechtspraak

Zo vond de rechter in Den Bosch dat een ziekenhuis op grond van mogelijke infectierisico’s van een werkneemster mocht verlangen dat zij korte mouwen zou dragen ondanks het feit dat zij dit vanwege een islamitische geloofsovertuiging niet wilde. De rechter vond de kledinginstructie van de werkgever, die gebaseerd was op een richtlijn van de Werkgroep Infectie Preventie, noodzakelijk, proportioneel en gerechtvaardigd.

Rechtspraak

Ook een tramconducteur die weigerde gehoor te geven aan de instructie van zijn werkgever om geen ketting met een crucifix (van ca. vijf centimeter) te dragen, trok aan het kortste eind. Volgens de rechter mocht de werkgever van hem eisen dat hij dit kruis onder zijn kleding zou dragen omdat het afbreuk deed aan de professionele uitstraling die de werkgever nastreefde.

Over de vraag of je als werkgever een algemeen verbod mag hanteren op alle zichtbare religieuze (en politieke en/of filosofische) tekenen zijn de rechtsgeleerden het nog niet eens. Werkgevers die bijvoorbeeld van werkneemsters verlangden dat zij niet met een hoofddoek op het werk zouden verschijnen zijn door het College voor de Rechten van de Mens meer dan eens op de vingers getikt wegens discriminatie. De oordelen van dit college zijn overigens juridisch niet bindend.

Tip!

Als je als werkgever bewust religieuze en levensbeschouwelijke neutraliteit wilt uitdragen dan zou je (preventief) in een personeelshandboek een bepaling kunnen opnemen dat het binnen de onderneming niet toegestaan is om zichtbare politieke, religieuze en/of filosofische tekenen te dragen. Vermeld daarbij dat dit verbod van belang is omdat je als werkgever in je bedrijfsvoering religieuze en levensbeschouwelijke neutraliteit wilt uitstralen. Zolang er in de rechtspraak nog geen absolute duidelijkheid bestaat over de geldigheid van een dergelijk verbod, is het echter niet zeker dat een dergelijke bepaling bij een rechter stand houdt.

Rechtspraak

Pikant is het feit dat de rechterlijke organisatie zelf een oordeel van het College voor de Rechten van de Mens naast zich neerlegt. De rechtbank in Rotterdam wilde dat een vrouwelijke griffier tijdens zittingen haar hoofddoek af zou doen. Volgens een landelijke richtlijn van de rechtbanken in Nederland mogen rechters en griffiers het dragen van hun toga niet combineren met tekenen waaruit hun levensovertuiging of een levensopvatting blijkt, zoals een keppeltje, een hoofddoek of een kruisje.

De griffier startte een klachtprocedure bij het College voor de Rechten van de Mens en werd in het gelijk gesteld. Volgens het college is het voor het vertrouwen van de burger in de onpartijdigheid van de rechter niet nodig dat ook de griffier zich onthoudt van het dragen van religieuze tekenen. De rechters zelf zijn het met dit oordeel niet eens. Volgens hen is het werk van de griffier nauw verweven met dat van de rechter en kan aan de volstrekte neutraliteit van de rechtspraak geen concessie worden gedaan.

Bron: College voor de Rechten van de Mens 26 mei 2016, oordeel 2016/45

Tip!

Bestel het boekje “Arbeidsvoorwaarden (eenzijdig) wijzigen”. In dit zeer praktische boekje wordt stap voor stap uitgelegd hoe je als werkgever of HR-professional bepaalde arbeidsvoorwaarden (eenzijdig) kunt wijzigen. Voor meer informatie of direct bestellen klik hier.

gerelateerde artikelen:

‘Lichte’ overtreding van gedragsregels kan toch tot ontslag leiden

Als een werkgever bepaalde gedragsregels eenmaal op papier gezet heeft en daarbij duidelijk heeft gemaakt dat ook bij een [...]

Lees meer

Leg voorschriften en instructies schriftelijk vast!

Als een werkgever gebruik wil maken van zijn wettelijke instructierecht en bepaalde voorschriften of verboden wil uitvaardigen [...]

Lees meer