Ontslag wegens disfunctioneren na verbetertraject van slechts zes weken [video]
Maarten van Gelderen | 20 september 2016
Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft onlangs bepaald dat een werknemer na een betrekkelijk kort verbetertraject van zes weken ontslagen mocht worden op grond van disfunctioneren.
Volgens de wet kan een rechter pas overgaan tot een ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens disfunctioneren als, kort samengevat, voldaan is aan de volgende voorwaarden:
- de werknemer is ongeschikt voor zijn eigen werkzaamheden
- de werkgever heeft de werknemer tijdig gewezen op het feit dat hij tekortschiet in zijn functioneren
- de werkgever heeft de werknemer in voldoende mate in de gelegenheid gesteld om zijn functioneren te verbeteren
Wet schrijft niets voor over inhoud of lengte van verbetertraject
Dit laatste element staat ook wel bekend onder de naam ‘verbetertraject’ en is niet zelden een bron van onenigheid tussen werkgever en werknemer. De wet schrijft namelijk niet precies voor hoe dit verbetertraject moet worden ingevuld en evenmin hoe lang dit traject moet duren.
In de zaak die onlangs door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden beoordeeld werd, ging het om een productiemedewerker die zich onder meer bezighield met het zagen, uitblazen en ontbramen van stalen buizen. De werknemer, al in dienst sinds 2003, was in 2011 al eens door zijn werkgever gewezen op een aantal tekortkomingen, onder meer op het gebied van communicatie met collega’s en leidinggevenden.
Gerechtshof: werkgever mag medewerkers strikter monitoren
Vanaf 2014 besloot de werkgever om medewerkers beter te monitoren en, zoals het gerechtshof dit noemt, de touwtjes strakker aan te trekken om de kwaliteit van de producten te verbeteren. Volgens het gerechtshof was de werkgever daar volledig toe bevoegd.
Op 19 juni en 20 juli 2015 wordt er met de werknemer gesproken en maakt de werkgever duidelijk dat er kritiek is op het functioneren. Volgens de werkgever zaagt de werknemer meer buizen dan gevraagd, laat hij regelmatig buizen vallen, is zijn werktempo te laag en worden buizen niet goed uitgeblazen of ontbraamd.
Op 11 augustus 2015 krijgt de werknemer te horen dat er een verbetertraject zal worden gestart voor de duur van zes weken, vier weken om het werk aan de inpaktafel te leren en twee weken om het werk aan de zaagmachine te verbeteren. Volgens de werkgever wordt er tijdens dit verbetertraject nauwelijks enige voortgang geboekt en is ontslag onvermijdelijk. De werkgever dient bij de kantonrechter een ontslagverzoek in wegens disfunctioneren en wordt daarbij door de kantonrechter in het gelijk gesteld.
Verbetertraject is kort, maar voldoende
De werknemer tekent echter hoger beroep aan en voert onder meer aan dat het verbetertraject veel te kort is geweest en dat eventuele communicatieproblemen het gevolg zijn van zijn slechte beheersing van de Nederlandse taal. De argumenten van de werknemer worden door het gerechtshof volledig van tafel geveegd.
Volgens de rechters is er weliswaar sprake van een relatief kort verbetertraject, maar gaat het hier om ongeschoold werk dat voor een deel al jaren door de werknemer werd verricht. Het feit dat de werknemer de Nederlandse taal niet machtig is, is volgens de rechters zijn eigen schuld. Hij woont en werkt immers al 13 jaar in Nederland en had er zelf voor kunnen en moeten zorgen dat hij de Nederlandse taal voldoende machtig was.
Het gerechtshof bevestigt dus de ontslagbeslissing van de kantonrechter. Voor de werknemer resteert een transitievergoeding van ruim € 16.000 bruto.
Rechters soepeler bij beoordeling van ontslagverzoeken wegens disfunctioneren?
Sinds de inwerkingtreding van de nieuwe ontslagregels (de Wet werk en zekerheid) sinds 1 juli 2015 was de vrees bij veel werkgevers dat een ontslag wegens disfunctioneren zo goed als onmogelijk was geworden. Want welke werkgever beschikt immers over een volledig ‘dichtgetimmerd’ ontslagdossier?
In de eerste maanden na 1 juli 2015 bleek die vrees ook deels terecht. Een groot deel van de ontslagaanvragen op grond van disfunctioneren werd door kantonrechters afgewezen.
Toch zijn er inmiddels een aantal uitspraken van rechters die lijken te wijzen op een minder strikte toetsing van dit soort zaken. Zo oordeelde de kantonrechter in Utrecht enkele maanden geleden dat een verbetertraject ook op informele wijze kan plaatsvinden. En in een andere uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden werd gemeld dat de lengte van een verbetertraject niet afhankelijk is van de lengte van het dienstverband. In die zaak betoogde een werknemer (60 jaar, 35 jaar in dienst) tevergeefs dat een verbetertraject van zes maanden te kort was.
Het is misschien nog te vroeg voor harde conclusies, maar het lijkt er een tendens op gang te komen waarbij ontslagaanvragen wegens disfunctioneren soepeler (realistischer?) door rechters beoordeeld worden in vergelijking met de periode direct na invoering van de nieuwe ontslagregels.