Werkgever mag werknemers niet vervangen door ZZP-ers

Maarten van Gelderen | 8 december 2015

Onlangs verscheen de eerste gepubliceerde ontslaguitspraak over bedrijfseconomisch ontslag volgens de nieuwe ontslagregels van de WWZ. De rechtbank in Amsterdam moest oordelen over een ontslagaanvraag die eerder was afgewezen door het UWV Werkbedrijf.

Volgens de nieuwe ontslagregels mag een werkgever binnen twee maanden na een weigering van het UWV om een ontslagvergunning te verlenen “in beroep” gaan bij de kantonrechter. In dat geval is de kantonrechter dus bevoegd om een oordeel te geven over een bedrijfseconomisch ontslag. De rechter is daarbij wel gebonden aan dezelfde wettelijke bepalingen en criteria als het UWV Werkbedrijf en moet de ontslagaanvraag dus op dezelfde wijze beoordelen.

Waar ging het in deze zaak om?

Een Amsterdams museum dient een ontslagaanvraag in voor een werkneemster (60 jaar, 15 jaar in dienst) die als rondleidster werkzaam is. De ontslagaanvraag is gebaseerd op een bedrijfseconomische reden.

Werkgever: rondleiders in loondienst zijn verliesgevend

De werkgever voert aan dat er nog slechts twee rondleiders werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst. Daarnaast wordt er gewerkt met een poule van rondleiders (15 stuks) die als freelancer werkzaam zijn. Omdat de inzet van een rondleider-werknemer substantieel meer kost dan de inzet van een rondleider-freelancer wil de werkgever de arbeidsovereenkomst met de werkneemster beëindigen. Volgens de werkgever is de inzet van werkneemster bij elke rondleiding verliesgevend.

freelancerDe kantonrechter wijst de ontslagaanvraag af op grond van een combinatie van argumenten. Allereerst erkent de kantonrechter de beleidsvrijheid van de werkgever om binnen redelijke grenzen zelf te bepalen of bepaalde arbeidsplaatsen komen te vervallen. In dit geval oordeelt de rechter dat hij niet overtuigd is van de noodzaak van het laten vervallen van de arbeidsplaats van rondleider. Er zijn immers nog maar twee rondleiders in loondienst en er zullen in de toekomst geen nieuwe rondleiders worden aangenomen (uitsterfbeleid).

Verder concludeert de kantonrechter dat goed werkgeverschap met zich meebrengt dat de aangevraagde rondleidingen zoveel mogelijk eerst bij de twee rondleiders in dienstverband moeten worden ondergebracht alvorens deze aan de freelancers aan te bieden.

Rechter: werknemers verdienen ontslagbescherming tegen vervanging door ZZP-ers

Tot slot verwijst de rechter naar de parlementaire geschiedenis van de WWZ en de overweging van wetgever dat werknemers bescherming verdienen tegen onnodige vervanging door flexkrachten. De rechter meent dat dit ook geldt voor de vervanging van werknemers door ZZP-ers. Het ontbindingsverzoek van de werkgever wordt dan ook afgewezen.

Zonder er in zijn uitspraak expliciet naar te verwijzen baseert de rechter zijn argumentatie op artikel 5 en 6 van de Ontslagregeling. Hierin is geregeld dat een werkgever geen ontslagtoestemming zal krijgen in de situatie dat werknemers worden vervangen door personen die niet werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst (lees: freelancers) terwijl het werk bij de werkgever naar aard en omvang niet wijzigt. Dit betekent overigens niet dat uitbesteding nooit een legitieme reden voor ontslag zou kunnen zijn.

In de Ontslagregeling wordt het voorbeeld gegeven van een werkgever die zijn boekhouding (een activiteit die niet behoort tot de kernactiviteiten van onderneming) wil uitbesteden. Soms is de scheidslijn tussen wel of geen ontslag moeilijk trekken. In dit geval was de rechter kennelijk van mening dat het werk van rondleiders als zodanig bij de werkgever niet minder werd. De enkele wens van de werkgever om rondleider-werknemers te vervangen door rondleider-freelancers druiste volgens de rechter in tegen de strekking van de Ontslagregeling.

Ook deze uitspraak is opgenomen in  de Ontslagchecker, de online tool waarmee u binnen enkele minuten kunt bepalen of ontslag in een bepaalde situatie is toegestaan of niet.