Wat is bedrijfseconomisch ontslag?
Bij bedrijfseconomisch ontslag gaat het om een ontslagsituatie als gevolg van omstandigheden die rechtstreeks met het bedrijf of de bedrijfsvoering te maken hebben.
In veel gevallen gaat het bij bedrijfseconomisch ontslag om een werkgever die vanwege slechte financiële resultaten gedwongen is om een of meer medewerkers te ontslaan, maar er zijn meer omstandigheden die onder de noemer van bedrijfseconomisch ontslag vallen.
Welke bedrijfseconomische redenen zijn er?
Het bekendste voorbeeld van een bedrijfseconomische reden is de situatie dat de onderneming van de werkgever verliesgevend is of te kampen heeft met sterk tegenvallende resultaten. Maar ook in de volgende situaties kan er sprake zijn van een bedrijfseconomische reden:
- organisatorische veranderingen/reorganisatie
- technologische veranderingen
- beëindiging van (een deel van) de bedrijfsactiviteiten
- bedrijfsverhuizing
- outsourcing van bepaalde activiteiten
- werkvermindering
- vervallen van een loonkostensubsidie
Of de door de werkgever aangevoerde bedrijfseconomische reden zwaarwegend genoeg is om op grond daarvan een of meerdere werknemers ontslaan, wordt door het UWV getoetst. Dit is echter een marginale toets.
UWV toetst bedrijfseconomische reden marginaal
Binnen redelijke grenzen mag de werkgever zelf bepalen hoe hij zijn organisatie wil inrichten en hoeveel werknemers hij denkt nodig te hebben om de bedrijfsactiviteiten te verrichten. Het UWV zal dus niet beoordelen of de aangevoerde bedrijfseconomische maatregelen strikt noodzakelijk waren, net zomin als het UWV zal beoordelen of de werkgever de best denkbare organisatorische wijzigingen heeft doorgevoerd. Aan de andere kant wordt deze ondernemersvrijheid begrensd door een redelijkheidstoets. Het UWV zal namelijk wel nagaan of een “andere weldenkende en weloverwogen handelende ondernemer” het ook zo zou hebben kunnen doen.
Arbeidsplaatsen moeten over periode van minimaal 26 weken vervallen
Het UWV zal ook controleren of de betreffende arbeidsplaatsen ook structureel vervallen. Met andere woorden: als er sprake is van een kleine dip in de omzet die waarschijnlijk binnen enkele maanden weer hersteld is, zal deze dip onvoldoende zijn om ontslagtoestemming te krijgen. Volgens het UWV is er pas sprake van een structurele situatie als duidelijk is dat de arbeidsplaatsen over een toekomstige periode van minimaal 26 weken komen te vervallen.
Afspiegelen en herplaatsingsinspanning
Naast de aanwezigheid van een legitieme bedrijfseconomische reden, zal het UWV echter nog twee belangrijke factoren toetsen voordat er aan de werkgever een ontslagvergoeding kan worden afgegeven. Het gaat dan allereerst om de vraag welke methode de werkgever heeft toegepast om de werknemers te selecteren die voor ontslag in aanmerking komen. Daarbij speelt het zogenaamde afspiegelingsbeginsel een cruciale rol.
Tot slot zal het UWV ook nagaan of de werkgever zich voldoende ingespannen heeft om de werknemers te herplaatsen.